
Een
nieuwe
rol
twee startende schooldirecteuren vertellen
Kinderen die tot bloei komen, geloofsgesprekken in het team, uitdagingen in de formatie die zich ‘vanzelf’ oplossen: als schooldirecteuren ervaren Johan en Daniël regelmatig momenten van verwondering. Alleen al de route naar het directeurschap was verwonderend voor de twee startende schoolleiders. Een gesprek over hun nieuwe rol.
Beide schoolleiders hebben heel wat gemeenschappelijk. Alle twee hebben ze een groot hart voor kinderen en stonden ze ruim tien jaar als meester voor de klas. Het geloof in God speelt een grote rol in hun leven, iets dat ze ook handen en voeten willen geven in hun werk. En beiden zijn ze sinds ongeveer een jaar basisschooldirecteur. Een rol die ze – ook weer allebei – niet direct ambieerden of nastreefden. Maar waar ze geen moment spijt van hebben.
Hoe zijn jullie in deze rol terechtgekomen?
Daniël: ‘Jarenlang werkte ik als meester binnen een andere scholengroep. Lesgeven was helemaal mijn ding, maar gaandeweg merkte ik dat ik het ook leuk vond om op een ander niveau naar schoolontwikkeling te kijken. Toen collega’s me een formuliertje onder de neus schoven voor een ‘kweekvijvertraject’ voor toekomstig schooldirecteuren, dacht ik: ik kan het altijd proberen. In dat ik daarna bij LEV-WN terechtkwam, zie ik Gods hand. Ik had een ontwikkelplan ingediend bij mijn vorige werkgever, maar kreeg te horen dat dat niet door kon gaan. Ik kwam thuis en zei tegen mijn vrouw: ‘We moeten opnieuw aan de tekentafel.’ Exact dezelfde dag had een kennis haar gevraagd of ik de vacante directeurspositie op De Lichtlijn misschien wilde overwegen. Hoe dat op die ene middag samenkwam, is voor mij echt een verwonderingsmoment. Het was gebedsverhoring voor de school en een hele mooie stap voor mijzelf.’
Johan: ‘Bijzonder! Zelf ken ik LEV-WN al langer; ik werkte dertien jaar op De Rank in Alkmaar. Toen we verhuisden naar Veenendaal, kwam ik op een school buiten LEV terecht. Ik werd ib’er en later teamleider en merkte dat ik het leuk vond op schoolniveau mee te denken. Tegelijk ervoer ik ook dat ik bij die scholengroep niet helemaal op mijn plek zat, het voelde een beetje als een jas die te krap zat. Dat zat ‘m vooral in de identiteit. Oud-collega’s vanuit LEV-WN tipten me de directeursvacature in Houten. Er was wel vaker aan me gevraagd of ik geen directeur willen worden. Toen dit zo bij elkaar kwam, besloot ik te solliciteren. Nu zit ik hier. Ik ben heel blij weer terug te zijn binnen LEV-WN! Het is een warm bad.’
Inmiddels zijn jullie ongeveer een jaar op weg. Hoe gaat het?
Johan: ‘Ik mocht van mezelf groeien in de rol en in dat proces zit ik volop. Het gaat goed! Als directeur ben je bezig met álles wat de school raakt, van het kopieerapparaat tot de begroting. Op één dag zit je bij wijze van spreken om tafel met de gemeente over huisvesting, voer je een geloofsgesprek met een teamlid, heb je een onderonsje met een leerling en spreek je ouders op het plein. Het is dynamisch, opwindend, afwisselend en ontzettend leuk.’
Daniël: ‘Heel herkenbaar. Ik vind het wel een zoektocht als startende directeur om in al die diverse taken ook bewust stil te staan bij wat het meest belangrijk is: de koers. Waar zijn we mee bezig, waar gaan we naartoe en hoe zetten we dat uit in de tijd? We zitten als school in een ontwikkelproces waarin we nadenken over onze visie en ons beleid en curriculum. Dat vraagt tijd en aandacht, en tegelijk moet alles blijven rollen. Dat spanningsveld voel ik.’
Johan: ‘Juist in zo’n proces is het waardevol dat je zelf voor de groep hebt gestaan, vind je niet? Dan weet je ook dat zo’n veranderproces de tijd moet krijgen. Mijn ervaring als meester helpt mij bij het maken van bepaalde keuzes. Zo weet ik wat drukke periodes zijn, of hoeveel energie bepaalde trajecten of zorgleerlingen kunnen kosten. In de jaarplanning houd ik daar rekening mee.’
Daniël: ‘Ja, die voorkennis is fijn. Zo werden we pas gevraagd mee te doen aan een prachtig maatschappelijk sponsorproject, waar ik toch nee tegen heb gezegd omdat het team het druk genoeg heeft. Ik mag als hitteschild fungeren. Als je voor de klas staat, is je hoofdzorg die leerling. Als directeur geldt dat nog steeds, maar nu zorg je voor die leerling door goed voor je personeel te zorgen.’
Mis je het directe contact met de leerling?
Johan: ‘Soms mis ik het wel om echt een band op te bouwen met de kinderen. Maar gelukkig is contact met leerlingen ook als directeur belangrijk. Ik ben elke dag op het plein, zorg dat ik alle namen weet. Ik doe de weekopening of val een keer een les in. Kinderen kijken in deze rol natuurlijk anders naar me, maar ik vind het belangrijk dat ik evengoed vertrouwd voor hen voel, zodat ze de weg naar me weten te vinden als er iets is.’
Daniël: ‘Heel eerlijk: soms is het echt op je handen zitten. Dat ‘meesteren’ zit zo in me... Soms pak ik de rol in het klein wel even op hoor. In een een-op-eentje in de gang, door even te vragen hoe voetbal was. Ik wil dat ieder kind op onze school weet en voelt: ik ben gezien vandaag. En daar hebben we allemaal een rol in, van de conciërge tot de directeur.’
Hoe speelt het geloof een rol in jullie werk?
Daniël: ‘De gemene deler binnen ons team is dat we Jezus willen volgen. Dat werkt door in alles. Ik wil dat de kinderen daar iets van meekrijgen in het contact met ons. Zodat ze leren hoe het is om kind van God te zijn in deze wereld. Daar gebruiken we woorden bij, maar het gaat misschien nog wel meer om houding, gedrag, het vertrouwen dat je uitspreekt in kinderen en het besef dat ieder van hen waardevol is voor God.’
Johan: ‘Dat we alleen al elke maandag met de hele school – inclusief ouders – beginnen met God en de Bijbel, vind ik prachtig. Een gezamenlijk startpunt dat vervolgens meegenomen wordt de klas in. Kinderen mogen weten dat ze een geliefd kind van God zijn, dat dragen we als school echt uit. Daarin maken we het verschil ten opzichte van andere scholen.’
Daniël: ‘De valkuil is dat een kind in een soort bubbel opgroeit en na deze school ineens denkt: wow, waar kom ik nu terecht? Daarom is het belangrijk om ook goed onderwijs te geven over de maatschappij waarin we leven. Dit doen we wel vanuit die christelijke identiteit. Juist in deze tijd – met nieuwe vormen van peer groups en het enorme vergelijken op social media – mogen wij kinderen bewustmaken van wie ze zijn in Jezus. Zodat ze met die basis de maatschappij ingaan.’
Johan: ‘In het klaarstomen van kinderen voor die maatschappij, is het soms zoeken: wat doe je wel en wat niet? Ik ben blij dat we daar in het team een eerlijk gesprek over kunnen voeren. Teamleden zijn heel open over wat het voor hen betekent om met God te leven. Dat is zó waardevol! Ook binnen LEV-WN voeren we dat gesprek. Dat we allemaal vanuit dezelfde normen en waarden werken, helpt en geeft kracht.’
Hoe proberen jullie als Jezus te zijn in het directeurschap?
Daniël: ‘Ik probeer me er heel bewust van te blijven dat God welkom is in elk gebied van mijn leven. Als je Hem die ruimte geeft, ga je denk ik haast vanzelf ook keuzes maken vanuit die invalshoek. Dat betekent dat ik me er in de omgang met collega’s en leerlingen steeds bewust van ben dat God heel veel waarde aan hen hecht. Daardoor kan je een leerling bijvoorbeeld nooit afschrijven, hoe het gedrag ook is. Wat ik tegen collega’s zeg, kom ik na. Ook als niemand kijkt. Als ik een fout maak, zeg ik sorry. Dat zijn van die praktische Bijbelse principes die ik zo goed mogelijk probeer toe te passen.’
Johan: ‘Ik zie Jezus als een verbinder in relaties. Dus dat wil ik ook zijn. In het klein betekent dat dat ik een ouder of teamlid even bel of persoonlijk aanspreek als er wat speelt. Ik doe moeite om te luisteren. ’s Ochtends en ’s middags staan we met het hele team op het plein, juist voor die verbinding met ouders. Ik vind het een van de mooiste momenten van de dag.’

Johan Zomerdijk
directeur van basisschool De Triangel in Houten

Daniël Troost
directeur van IKC De Lichtlijn in Den Helder
Wat betekent het om onderdeel te zijn van LEV-WN?
Johan: ‘Het is een heel fijn en sterk netwerk. Op netwerkdagen delen we kennis met elkaar, wat bijdraagt aan goed onderwijs. Elke maand hebben we directieoverleg. Ik vind het telkens weer prettig om collega-directeuren te ontmoeten, zorgen te delen en samen ergens voor te staan. Al zit ik in zekere zin alleen hier in Houten; het voelt nooit eenzaam.’
Daniël: ‘Samen heb je elkaar het beste te geven. Dat vind ik mooi, want waarom zou ik mijn ontwikkelingen niet delen met anderen om van te leren? Haal er vooral uit wat je helpend vindt! Zo sparde ik laatst met een collega van een andere LEV-school over de Bibliotheek op School en hoe zij – juist als christelijke school – waren omgegaan met de selectie van jeugdboeken. Dat leverde mij weer mooie inzichten op die ik kan meenemen als wij zover zijn.’
Tot slot: het jaarthema is ‘verwondering’. Waar ervaren jullie verwondering in?
Daniël: ‘De hele schil van identiteitsbeleving in en rond de school, dat is voor mij de grootste bron van verwondering. In de geloofsgesprekken met leerkrachten ervaar ik hele verbindende momenten. Als je goed kijkt en luistert, zie je ook veel moois gebeuren in de schil daaromheen, in de gezinnen. Denk aan ouders die voor elkaar klaarstaan of mee omkijken naar de kinderen. Ik verwonder me ook wanneer gebeden verhoord worden. Zo is de formatie altijd een zoektocht in deze krappe arbeidsmarkt. Daarin zijn er afgelopen jaar bijzondere dingen gebeurd. Dat net op het moment dat je met je handen in het haar zit, er een oplossing voorbijkomt. God voorziet!’
Johan: ‘Ik kan die verwondering ook zien in hele kleine dingen. Zo heb ik me deze week echt verwonderd toen een leerkracht vertelde hoe trots haar leerling was op een succesje dat hij boekte in het technisch lezen. Het was een struikelblok voor hem, maar het was gelukt om een niveau hoger te komen en daar was hij zo blij mee. Laten we met elkaar de successen vieren, hoe klein het stapje ook is! Als je vanuit verwondering kijkt, zie je sowieso veel sneller de mooie dingen in elkaar en de groei die mensen doormaken. Dat zorgt regelmatig voor een ‘wauw-effect’.’